Welkom op de tweede jaargang van de blog van de Nepalstage van de Arteveldehogeschool. Ik mag dit jaar een enthousiaste en sterke groep begeleiden, die samen een hecht team vormen. Van links naar rechts op de foto Janne (lerarenopleiding lager onderwijs), Zoë, Olivier, Sien en Uma (lerarenopleiding secundair onderwijs), Onah en Laura (lerarenopleiding kleuteronderwijs) en Silke en Rani (opleiding pedagogie van het jonge kind). Behalve Uma die midden april inpikt voor een korte stage, zijn alle andere studenten in januari gestart. Dit verslag gaat over het tweede deel van hun stage, die aanvangt na Nepalees nieuwjaar en waarin een stage bij de Tibetaanse vluchtelingen en het organiseren van lerarencongressen en workshops centraal staan.
Lut De Jaegher
Vrijdag 14 april: Aankomst en chaos
De Thribuvan luchthaven van Kathmandu, op 1338 meter hoogte, bestaat al sinds 1949. Over de korte grasstrook van weleer is ondertussen beton gegoten en de landingsbaan is meermaals verlengd om grotere vliegtuigen aan te kunnen. Toch moeten de piloten hard op de rem gaan staan bij het landen op de nog steeds erg korte baan. Achter de landingsbaan voor Boeings is er een apart gedeelte voor lokale vluchten, waar kleine vliegtuigjes van o.a. Yeti, Tara en Buddha Air aanschuiven om met een tussenperioden van amper 15 minuten na elkaar op te stijgen en toeristen en lokale bevolking naar 1 van de vele kleine luchthavens her en der te brengen. Op drukke momenten gebeurt het wel meer dat er onvoldoende plaats is voor een aankomende internationale vlucht om te landen. De piloot blijft dan rond de hoofdstad cirkelen tot de controletoren groen licht geeft. Dit keer duurt het iets meer dan een uur voor onze Boeing de toestemming krijgt.
Eenmaal door de visum- en paspoortcontrole, kom ik in een complete chaos terecht. De bagage van 6 vluchten die de laatste paar uren geland zijn, is in de war geraakt, en de pas aangekomen reizigers struikelden over elkaar en over de vele op een hoop gegooide rugzakken en koffers om hun eigen spullen terug te vinden. Voor de meesten lukt dat na wat zoeken wel, maar mijn bagage blijft spoorloos. Na anderhalf uur vergeefs uitkijken doe ik aangifte aan een loket (lees: tafel) waar een man zit die belaagd wordt door tientallen lotgenoten zonder bagage. Een Canadees koppel heeft dubbel pech, ze zijn allebei al hun koffers kwijt. We moeten elk exact onze bagage kunnen omschrijven, en in bezit zijn van het bagagelabel dat op de luchthaven van vertrek op de boardingpas werd gekleefd. Wie niet aan deze voorwaarden voldoet, vindt geen gehoor. Het lijkt een klein wonder dat de loketbediende erin slaagt om, tokkelend op een aftandse computer voorzien van een prehistorisch uitziend database programma, de meeste bagage te traceren. Mijn koffer blijkt enige waarvan geen spoor terug te vinden is, een vaag teken dat het een verhaal van lange duur zou worden.
Drie uur later dan verwacht stap ik de luchthaven buiten en brengt een taxi me naar mijn hotel. Tijdens de rit door de chaotische straten van Kathmandu valt het me op dat er meer huizen in puin lijken te liggen dan op hetzelfde moment vorig jaar. De aardbeving laat nog steeds diepe sporen na, en hoewel men bezig is met de heropbouw, worden nog steeds gebouwen afgebroken omdat ze niet meer veilig zijn.
Omdat het vandaag Nepalees nieuwjaar is, beslis ik om naar Swayambunath te gaan. Om het ingaan van het jaar 2074 te vieren gaan veel Nepalezen naar deze stoepa die hoog op een heuvel ligt. Ze brengen offers, maken om de 5 minuten een selfie en zijn op hun paasbest gekleed. Ik vraag me af hoe ze het bij zo’n hitte uithouden onder die warme lagen stof en wol. Ook hier is de toestand van de trappen naar de stoepa verrassend slecht. Langs de afgebrokkelde en gebroken tegels staat een bord met excuses voor de slechte staat van de site. De stoepa zelf lijkt intact, maar de schade aan de vele kleinere stoepas en tempeltjes is groot. Het ingestorte klooster is nog altijd een ruïne, waarop een klein golfplaten barak staat met daarin een Boeddhabeeld en kaarsen. Aan dit tempo is er hier nog voor vele jaren restauratiewerk te verrichten. Alleen de sfeer voelt nog hetzelfde aan als voorheen. De apen jennen elkaar en proberen de toeristen wat eten af te snoepen, de gebedsmolens draaien hun rondjes, de monniken lopen arm over arm op de site, de vlagjes wapperen kleurrijk in de wind en de ogen van Boeddha bovenop de stoepa vangen de blik van de vele bezoekers. 

‘s Avonds zie ik Uma. Zij is een dag eerder aangekomen en Babu van Andes House, waar alle studenten in Kathmandu verblijven, heeft haar samen op pad gestuurd met een jonge Belg die in Canada werkt en woont. Ze zagen de lijkverbranding, gingen naar Bhaktapur en bezochten de stoepa van Bodnath. Dat lijkt me heel veel voor 1 dag, maar ze zijn tevreden en bij een lekkere curry schotel in de tuin van de Gaia vertellen ze over hun eerste indrukken van Nepal.
Paasweekend 15 – 16 april: Ontmoeting en afscheid
Bij de voorbereiding van de Nepalstage hebben we afgesproken dat alle studenten, om het even waar ze stage liepen verspreid over het land, samenkomen in Pokhara. Ze zijn mooi op tijd en zien er allemaal heel goed uit. Alleen Olivier is fel vermagerd. Hij probeert het af te schuiven op het feit dat zijn haar een stuk langer geworden is, maar dat strookt niet helemaal met de werkelijkheid. Hij heeft zijn stage samen met Zoë en Sien bij CEPP (Centre for Educational Practices and Policies) gedaan in ver afgelegen streken in de Middle Hills, en liep er een voedselinfectie op, die nu gelukkig genezen is. Ook Zoë en Sien hebben met misselijkheid gekampt. De stage in deze omstandigheden is een zware uitdaging, echt pionierswerk.
De studenten leggen hun ervaringen uit aan elkaar, vertellen wat hen verrast heeft, wat moeilijk was, waar ze fier op zijn. Het gesprek gaat dieper dan ik op dit moment al verwacht. De meesten hebben een heldere kijk op de cultuur, begrijpen de statusverschillen, hebben het met hun gastfamilies gehad over gearrangeerde en liefdeshuwelijken, zien de voor- en nadelen van publieke en private scholen, vertellen hoe verschillend de situatie van de vrouwen in sommige gezinnen is in vergelijking met andere. Ze kijken tevreden terug op de school op de scholen waar ze les gegeven hebben, en de band die ze hadden met de leerkrachten waarmee ze samenwerkten, zonder blind te zijn voor het feit dat de ze niet allen met even veel motivatie hun job doen. Ook dat kunnen de studenten nu relativeren, omdat ze beseffen dat leerkrachten vaak tot 3 jobs moeten hebben om het hoofd financieel wat boven water te kunnen houden.
‘s Avonds is er afscheid van Laura en Onah, die na 3 maanden stage naar België terugkeren om daar hun afstudeerstage verder te zetten. Ze hebben een sterke band opgebouwd met hun gastgezinnen, en ook met Khem, zijn vrouw en kinderen, waar de studenten, als ze aan Lakeside in Pokhara zijn, verblijven. De groep zal zich weer wat moeten herstellen, na het vertrek van deze twee positief ingestelde en creatieve duizendpoten. Ook al probeert Laura zich sterk te houden, en doet Sushma er als Nepalese vrouw alles aan om geen emotie te tonen, toch vloeien er traantjes. Gelukkig is Khem er op dat moment niet, want voor hem is het zichtbaar tonen van verdriet not done. Een intercultureel verschil waar de studenten het elke keer wat moeilijk mee hebben, zeker als hij zijn vrouw dan wegstuurt.


Maandag 18 april: bezoek aan de Janakalyan school in Nubise
Vorig jaar is deze school toegevoegd aan de stageplaatsen, en na een moeilijke opstart toen, hebben Rani en Silke van de opleiding “Pedagogie van het jonge kind” er dit jaar bakens verlegd. Zelf vinden ze niet zoveel bereikt hebben, maar ik moet dat tegenspreken. De schooldirecteur en de leerkrachten hebben uit de kindgerichte aanpak van Rani en Silke inspiratie gehaald, hoor ik tijdens het gesprek met hen. De school heeft nu een speelplein met verschillende speeltuigen die Silke en Rani ter plaatse lieten maken en die ze samen met de enkele leerkrachten en de schoolcoördinator hebben geïnstalleerd. Dat laatste is een belangrijke stap voorwaarts. Ouderparticipatie en betrokkenheid van de gemeenschap bij de school zorgen ervoor dat de ouders meer gemotiveerd zijn om hun kinderen naar school te laten gaan, in plaats van ze thuis te houden om hen op het land te werken. Ook de buitenmuren van de school zien er fraai uit. Rani en Silke hebben ze opgevrolijkt met mooie tekeningen en met didactische spelletjes. Ze hebben verder ook een sport- en speldag georganiseerd, een activiteit die volgens de directeur vanaf nu meermaals per schooljaar georganiseerd zal worden.
De studenten leerden in de school ook de minder positieve kanten van het Nepalese onderwijssysteem kennen. Janakalyan is een private school. Dat betekent dat de ouders schoolgeld moeten betalen, en daarnaast ook een uniform, schoolboeken, materiaal en schriften. Daar bovenop moeten ze ook nog examengeld betalen. Omdat de school erkend is door de overheid, vraagt de gemeenschap dat er van de 280 kinderen ongeveer 20% vrijgesteld worden van inschrijvingsgeld, omdat hun ouders te arm zijn om dit te betalen. Voor 1 schooljaar gaat het ongeveer om 30 Euro of 3000 NRs. We kunnen het ons in België niet voorstellen, maar kinderen worden hier in Nepal soms uitgesloten van deelname aan eindexamens omdat hun ouders het examengeld niet betaald hebben.

Dinsdag 19 april: Dromen
Vandaag gaan we aan de slag voor het droomproject. Ruim 280 kinderen van lagere scholen en kleuterscholen in Vlaanderen hebben een tekening gemaakt over waar zij van dromen. Bij elke tekening is een foto van het kind gekleefd, en staat in het Nederlands uitleg over de droom. De tekeningen worden hier geruild voor die van leeftijdsgenoten van de Tibetaanse, publieke en private scholen waar we lesgeven. We bespreken hoe we dit gaan aanpakken, en voorzien alle 280 tekeningen van een Engelse vertaling van de droom. Er zijn een aantal terugkomende thema’s: sommige kinderen willen nooit meer oorlog en een veilig onderkomen voor alle vluchtelingen, een minderheid droomt van materiële zaken zoals auto’s of een eigen zwembad, veel kinderen willen een leuk huis en een blij gezin, er zijn ook kinderen die een wereld zonder vervuiling en met veel mooie natuur willen, en hier en daar zit er een grappige droom tussen, zoals “ik droom ervan om in een zetel te liggen en watermeloen te eten” of “ik wil trouwen met een monstertje en monsterkindjes krijgen”. De grote uitdaging zal liggen in het feit dat we de kinderen van de scholen hier zullen moeten proberen te overtuigen om echt hun eigen droom te tekenen, en niet wat ze denken dat de leerkracht wil dat ze tekenen, of wat ze denken dat wij willen te zien krijgen. Voor de kinderen hier is zelfstandig durven denken, je eigen mening durven uiten, uit de band durven springen heel ongewoon.

Donderdag 20 april: Basanta geeft les in Nepal House
Eén van onze stagepartners is Nepal House, waar kinderen die door de omstandigheden waarin ze leven in de sloppenwijken of in arme berggezinnen, zo getraumatiseerd zijn dat ze niet meer in staat zijn om in het gewone dagelijkse (school)leven te functioneren, opgevangen worden en therapie krijgen. Na 2 tot 3 jaar kunnen ze opnieuw integreren in de maatschappij. De organisatie wordt financieel gesteund door een Canadese universiteit, die de leerkrachten opleidt. Basanta is de coördinator. Sinds dit jaar is Nepal House erkend door de overheid, en krijgen ze 1500 Euro staatssteun. Dat is niet veel, maar het feit dat de overheid het project steunt is een grote stap vooruit en een opsteker. Basanta is antropoloog en geeft de studenten een lezing over de Nepalese geschiedenis, het kastensysteem, de genderproblematiek, de uitdagingen waar het land en de politiek voor staan. De studenten stellen de ene vraag na de andere, Basanta beantwoordt alles helder en durft daarbij ook eigen standpunten innemen. Hij vertelt dat hij dat laatste heeft geleerd tijdens de trainingen van de Canadese docenten, en dat het voor hem heel vreemd en moeilijk was om kritisch te durven nadenken. Na de uiteenzetting krijgen de studenten een rondleiding in het centrum. Het is voor iedereen een verademing om te zien hoeveel er hier met materiaal gewerkt wordt, hoe kindvriendelijk alles is ingericht en hoe anders de aanpak in Nepal House is, in vergelijking met die in sommige andere stagescholen. Rani en Silke zullen hier samenwerken met de leerkrachten en de opvoeders en indien de tijd dat toelaat ook met de kinderen. En ze kunnen gebruik maken van het materiaal dat onze studenten in de voorbije jaren introduceerden: de mobiele school die ze de Moving Monkey doopten: een koffer op wielen, gevuld met didactisch materiaal en spelen, die hier intensief gebruikt wordt.
Vrijdag 21 april: Organisatie van een klasuitstap voor kinderen van de Janakalyan school
De hele groep studenten werkt vandaag mee aan een heel bijzondere dag voor klas 3 en 4 van de Janakalyan school. Voor het eerst gaan de kinderen op klasuitstap. Krishna, de directeur van de school, had vorig jaar al gevraagd naar zo’n activiteit, enerzijds omdat de kinderen van zijn school daar van thuis uit nooit de gelegenheid voor krijgen, maar anderzijds ook omdat hij en zijn leerkrachten wilden weten hoe een klasuitstap een didactische meerwaarde kan krijgen.
Het is een hele opdracht om vervoer te regelen (de school ligt met de bus ongeveer 45 minuten rijden van het meer), de kinderen bijeen te houden, alle kinderen te laten deelnemen aan de activiteiten, en de straatkinderen die ook graag willen meedoen waar nodig op afstand te houden. Voeg daarbij een snikhete dag en een grasveld bij het meer met amper schaduw, en je kan je voorstellen dat het voor iedereen een zware dag is geworden, maar wel een heel geslaagde activiteit. Het enige dat tegenvalt, is het middagmaal. De kinderen krijgen pizza, gemaakt door de koks van Godfather’s pizzeria, 1 van de beste aan Lakeside. En dat blijkt geen succes te zijn, niet omdat de pizza’s niet lekker zijn, maar wel omdat de kinderen nog nooit kaas gegeten hebben, nog nooit pizza gezien hebben, enkel gewoon zijn van 2 keer per dag rijst met linzensaus te eten, en hard schrikken van de vreemde smaken die ze nu proeven. Ze proppen wel allemaal de nog half gevulde pizzadozen in hun boekentas om ‘s avonds ook de rest van hun gezin te laten proeven. Als afsluiter is er een wandeling langs het meer, voor de kinderen een heel speciale ervaring. Ze kijken hun ogen uit.



Later die avond komt een onweer opzetten. De klimaatverandering laat zich ook hier voelen. Het regenseizoen begint niet meer klokvast in de maand mei, zoals voorheen het geval was. Een voordeel daarvan is dat er dit jaar weinig bosbranden zijn, nadeel is dan weer dat de bergen achter een dik pak wolken verscholen zitten. Om het even wat de weersomstandigheden zijn, het Pewameer behoudt haar schoonheid, en als je de vele oneliners leest langs het pad, ook haar wijsheid.



Zaterdag 22 april: Kleur in de klas
De SOS Hermann Gmeiner school van het Tibetaans vluchtelingekamp van Tashilling in Pokhara is een stagepartner sinds 2007. Het kamp bestaat sinds 1965 en het tentenkamp van weleer is nu een “stad in een stad”, ommuurd en met kleine stenen huisjes en verharde straatjes. De huidige directeur van de kampschool Kunden was bij aanvang van onze stageprojecten in deze school leraar Engels en social studies. Vier jaar geleden volgde hij Gyatso Tsering op als directeur. Gyatso zelf vertrok naar Dharamsala in India. Ook voor Kunden is het een droom om daar ooit te gaan wonen en te werken. Voor Tibetanen is India het enige land waar ze zonder veel problemen naartoe kunnen reizen. Een visum krijgen voor andere landen is moeilijk tot onmogelijk.
Sinds vorig jaar heeft Kunden zijn vrouw overtuigd om met hun 2 jonge kinderen in Dharamsala te gaan wonen. Nu China meer en meer armslag krijgt in Nepal vindt hij dat het in India veiliger is voor hen, en dat de kinderen er ook meer toekomstmogelijkheden hebben. Kunden zelf moet van het Tibetaanse bestuur voorlopig zijn taak al schooldirecteur in het vluchtelingenkamp nog blijven opnemen. Hij probeert zijn gezin zo vaak mogelijk te bezoeken, en is daarvoor met een nachtbus meer dan 14 uren onderweg. Ondanks het feit dat hij droomt van een overplaatsing doet hij zijn job met hart en ziel.
Als ik aankom in de nu nog stille school, loopt hij me met open armen tegemoet. Normaal gaan we dan in zijn bureau zitten, maar dit keer neemt hij me eerst mee naar de klassen van de eerste graad. Ik krijg kippenvel als ik er binnenkom. Voorheen waren dit saaie en kleurloze ruimtes, maar op basis van de foto’s die ik hem toonde van de modelklassen die de studenten van de voorbije jaren in samenwerking met CEPP in de scholen in de Middle Hills maakten, heeft hij dit jaar ouders en leerkrachten aan het werk gezet. Het resultaat is 2 aantrekkelijke klassen voor grade 1 en 2, met kleurrijke banken die aangepast zijn aan de leeftijd van de kinderen. Er is een wand om tekeningen op te hangen, de klas is zo ingericht dat het mogelijk is om aan hoekenwerk te doen, er zijn boekenrekken en kastjes voor het materiaal van de kinderen. Aan de muren hangen didactische posters, kleurrijke foto’s, er staan woorden en zinnen geschreven, er is een weekkalender en nog veel meer. Morgen, tijdens de plechtige opening van het schooljaar, zal ik de klassen inhuldigen en een lintje doorknippen, in aanwezigheid van alle leerkrachten, de kinderen en hun ouders, de geestelijke en de kampleiders. Dat geeft aan hoe bijzonder dit nieuwe klasconcept is voor de school en de gemeenschap en hoe fier ze zijn op de realisatie ervan.

We vullen de rest van de voormiddag met het plannen van de lessen en het lerarencongres. Dit keer gaat het over digitale en mediageletterdheid, of hoe omgaan met sociale media en internet. Het is een grote bezorgdheid van Kunden en een vraag van de hele kampleiding om de leerkrachten en de leerlingen wel mee te nemen in het digitale en sociale media-verhaal, maar op een verantwoorde manier. Voor ik vertrek krijg ik nog een exemplaar van het jaarlijks school magazine mee, met klasfoto’s, tekeningen en opstellen van de kinderen in het Engels en in het Tibetaans, en foto’s en een artikel over onze stage en het lerarencongres van vorig jaar.

De studenten hebben vandaag verdergewerkt aan het droomproject, en zich voorbereid op het examen Frans dat morgen onder leiding van Janne afgenomen wordt van een 200-tal kinderen van de Macchapuchre school in Burjunkhola. De gebouwen van deze school worden door een Waalse NGO gesponsord, wij verzorgen er al 7 jaar de didactische invulling. De band met de leerkrachten is goed, de directeur is een enorm enthousiaste man die elke gelegenheid om zijn school vooruit te helpen met beide handen grijpt. Hij denkt zelf mee en stelt uitdagende vragen waar wij zo goed mogelijk proberen op in te spelen. Sinds vorig jaar geven we bijvoorbeeld het Franse les in de school, omdat de schooldirecteur graag wil dat de kinderen met de Waalse sponsors kunnen praten, maar ook omdat een extra taal kennen de kinderen hen een stapje voor kan geven in hun verdere studies en beroepsleven. Voor ons is het een ideale manier om taaldidactiek in de school binnen te brengen, we zien dat onze aanpak ook in andere taallessen wordt overgenomen.
Zondag 23 april: Plechtige opening van het schooljaar in het Tibetaans vluchtelingenkamp
Janne trekt vandaag met Silke, Rani en Uma naar de Macchapuchre school om er het examen Frans af te nemen. Ze zullen er een hele dag mee bezig zijn. Ondertussen ga ik met Zoë, Sien en Olivier naar de openingsceremonie van het schooljaar in het vluchtelingenkamp. We zijn eregasten, samen met de geestelijke leider van het boeddhistische klooster van het kamp, de kampleider en de voorzitter van de ouderraad van de school. Er zijn 40 kinderen meer ingeschreven dan het voorbije jaar. Dat komt grotendeels omdat de overheid wil dat er ook Nepalese kinderen school lopen bij de Tibetanen. De vooropgestelde quota zijn niet helemaal gehaald, omdat het niet eenvoudig is om Nepalese kinderen te overhalen om hier naar school te komen, maar ze zijn toch dichtbij het vereiste aantal geraakt. De studenten zijn verrast hoe anders de sfeer hier is dan in de scholen waar ze voorheen hun stage deden. Er is orde, structuur en de kinderen en leerkrachten spreken zeer goed Engels. De ceremonie wordt geleid door een jonge en beloftevolle leraar social studies, die 10 jaar geleden op de schoolbanken zat toen wij voor het eerst les gaven in de school. Hij heeft net zijn master gehaald in India, en is nu teruggekeerd om hier les te geven. Ik vermoed dat Kunden in hem zijn opvolger ziet. Tijdens de ceremonie komen de kinderen 1 voor 1 naar voor om de Dalai Lama te eren met een groet en een sjaal. Dan word ik naar voren geroepen om samen met de geestelijke leider van het kamp een lintje door te knippen en de nieuwe klassen in te huldigen. Kunden kan terecht fier zijn op deze knappe realisatie.
Op het einde van de ceremonie vraagt Kunden de studenten op het podium. Zij verzamelden met een geslaagde benefiet in België een mooie som geld, die besteed wordt aan didactisch materiaal voor de verschillende stagescholen. De aankopen gebeuren in samenspraak met leraren en directie, en het materiaal wordt tijdens de stage door de studenten en de leerkrachten gebruikt. Kunden had voorzichtig de vraag gesteld of we laptops konden meebrengen ter vervanging van de versleten toestellen waarmee we 7 jaar geleden de eerste ict-klas installeerden in het kamp. De laptops die we toen meebrachten waren tweedehands, en zijn na al die jaren aan vervanging toe. Het is een wonder dat ze het zo lang uitgehouden hebben. Sien en Olivier overhandigen 3 gloednieuwe laptops, die we in België hebben kunnen aankopen dankzij extra financiële steun van de vader van Olivier, die met zijn bedrijf en ook met de bedrijven van 2 collega’s 1000 Euro toegevoegd heeft aan de benefietopbrengst. Directeur Kunden is hen dankbaar en heeft hen extra vernoemd in zijn speech. Op de foto onderaan zie je Olivier met Kunden en met de leraar informatica van de school. Hij is informaticus en kwam 7 jaar geleden zelf vragen om in de school les te geven toen hij hoorde dat er een ict-klas was. Hij onderhoudt ook zelf alle toestellen, in totaal 25 stuks.
Elk jaar tekenen de studenten getuigenissen op van Tibetaanse vluchtelingen met wie ze tijdens hun stage in gesprek gaan. Lees hier enkele ervan: drie vrienden, de oude man, het verhaal van K
Maandag 24 april: Schoolbezoek Macchapuchre en observatie bij de Tibetanen
Na de hevige onweders en moessonregen van de voorbije nachten is de hemel opgeklaard, zodat we de lange rit naar de Macchapuchre school in Burjunkhola in de vroege ochtend aanvatten met een prachtig zicht op de bergen. Om de stad uit te rijden laveren de beide taxi’s tussen bussen, auto’s, vrachtwagens en bromfietsen. Het aantal keren dat ze toeteren laat de andere weggebruikers verstaan of ze willen inhalen, stoppen, afdraaien of doorrijden.

Hoe verder we van Pokhara wegrijden, hoe mooier het landschap wordt. De Macchapuchre, vertaald de vissenstaart, wijst de weg naar de school, die aan de voet van de berg ligt.
Door de slechte staat van de weg vragen de chauffeurs ons op sommige plaatsen om uit te stappen zodat zij zonder de onderkant van hun auto te beschadigen door diepe putten en over dikke stenen kunnen rijden. Waar de doorgang geblokkeerd wordt door hopen aarde die de wegenwerkers gebruiken om de baan te herstellen, nemen onze chauffeurs zelf een schop om de weg vrij te maken.
In de school staan honderden kinderen op ons te wachten. We krijgen een tika en Janne, die hier stage heeft gelopen met Onah en Laura wordt extra in de verf gezet. Neem dat maar letterlijk, ze krijgt rode kleurstof op haar voorhoofd, en op haar beide wangen. Zowel de Santosh, de directeur, als Janne en ikzelf geven een korte speech over de start van het nieuwe schooljaar en over de stageprojecten van onze studenten. Janne heeft de examenresultaten van het examen Frans mee, en de leerlingen mogen naar voor komen om van haar een tika en een klein cadeautje in ontvangst te nemen.
Dan leidt Santosh ons rond om te tonen hoe hij de projecten die in de voorbije jaren zijn opgestart heeft verdergezet en wat onze 3 studenten van dit jaar er hebben aan toegevoegd. Zijn school kan zonder twijfel als een modelschool gelden, zowel op gebied van de kindgerichte aanpak, als op de manier waarop de leerkrachten en de directie met het materiaal werken dat ze niet alleen via onze studenten, maar ook van andere organisaties verwerven. Santosh is een goede netwerker, en hij weet perfect wat hij nodig heeft en welke donor hij daarvoor kan aanspreken. Hij vraagt nooit geld, hij vraagt gericht zaken waarvan hij weet dat de leerkrachten en de kinderen ermee aan de slag kunnen gaan. Als je bedenkt dat hier 5 jaar geleden nog in hokken onder golfplaten les werd gegeven, is de metamorfose bijna niet te geloven. Prachtige lokalen, een bibliotheek, goed sanitair, een speelplaats met pingpongtafels en een volleybal veld. Voor het eerst is er vorig jaar ook geen enkel kind gestopt met school gedurende het schooljaar. Voor een ruraal gebied waar ouders hun kinderen nog steeds thuishouden om op het land te werken, is dat een hele prestatie.
Een van de problemen waarmee de scholen geconfronteerd worden, is dat meisjes tijdens hun menstruatie thuisblijven, omdat er geen voorzieningen zijn op school om discreet een maandverband te verwisselen. Dit hoorden we zowel van Basanta in Nepal House, als bij de Tibetanen en nu ook hier in de Macchapuchre school. Menstrueren wordt als onrein beschouwd, in rurale gebieden morgen de meisjes dan zelfs een aantal dagen het huis niet binnen en moeten ze in een apart hok overnachten. Santosh heeft ervoor gezorgd dat er in zijn school een ruimte is waar meisjes discreet een maandverband kunnen wisselen en weggooien. Sindsdien blijven meisjes tijdens hun maandstonden niet meer weg van de school.

Net zoals bij de Tibetanen, zijn ook hier inspanningen gedaan om de klassen kleurrijk, kindvriendelijk en aantrekkelijk te maken. Op de muren in de gangen hebben Janne, Laura en Onah Franse woordjes geschilderd, en in de leraarszaal hangt een kaart van België met daarop alle foto’s van de studenten van de Arteveldehogeschool die hier stage hebben gedaan.
De school heeft nu ook een bibliotheek met een gedigitaliseerd uitleensysteem, en ze zijn grote Scrabblefans geworden sinds hen dat spel een aantal jaren geleden is aangeleerd. Ze werden zelfs 3de in een nationaal Scrabble tornooi. Santosh geeft aan dat hij graag zou hebben dat zijn leerkrachten ook andere spelen aangeleerd krijgen om met de schoolkinderen te spelen.
Omdat er nogal wat sportmateriaal versleten is, hebben we dit jaar ballen, goals, badmintonrackets, pluimpjes en pingpong pallets en ballen mee. De volleybal wordt al meteen getest en we zien dat de beide ploegen, aangemoedigd door de hele school, een behoorlijk niveau halen.
Dinsdag 25 april: prospectie in dorp, lager en secundaire school van de huidige Nepalese ambassadeur in België (Mirlung in Ghurka-district)
We vertrekken om 6:30 ‘s ochtends voor een rit van een 4-tal uren naar het dorp van de heer Lok Thapa, de huidige Nepalese ambassadeur in België. Toen ik maanden geleden de visa voor de studenten ging regelen op de ambassade in Brussel, werd ik onverwacht bij hem ontboden, omdat hij de projecten die we met de Arteveldehogeschool in Nepal, wilde leren kennen. Het was een hartelijk en diepgaand gesprek, de ambassadeur ging mee in het idee dat we geen geld maar know-how brengen, op maat van de scholen en in samenspraak met de leerkrachten en met de lokale gemeenschap.
De rit start met de micro-bus, een kleine bus die niet vertrekt op een bepaald uur, maar wacht tot alle plaatsen bezet zijn. Aan de buitengrens van Pokhara moeten we overstappen op een andere bus die ons 80 km verder tot Dumre Bazar brengt. De afstand is 80 km, de rit duurt bijna 3 uur, over de drukke verbindingsweg tussen Pokhara en Kathmandu, vol toeterende bussen, auto’s, brommers en tractoren. Het blijft indrukwekkend om te zien hoe het chaotische verkeer meestal zonder grote ongelukken verloopt. De jeep die ons in Dumre Bazar opwacht, is comfortabel en dat is nodig, want de weg wordt steeds meer onberijdbaar naarmate we het Gurkha-gebied verder binnenrijden. Exact 2 jaar geleden was dit het epicentrum van de aardbeving. De herstelwerken aan huizen, scholen en wegen zijn nog volop aan de gang. Omdat de bouwmaterialen in het midden van de weg liggen, moeten we regelmatig wachten tot een tractor alles komt platrijden of vrijmaken. De huizen die langs de weg staan zijn, ondanks de vele scheuren als gevolg van de aardbeving, nog steeds bewoond.

De streek van het Gurkha gebied is ongerept. De natuur is prachtig, we zien reusachtige banyan en peepol bomen, die een religieuze betekenis hebben en daarnaast ook gebruikt worden om met de dorpswijzen onder te vergaderingen, of om te genieten van de schaduw van hun wijdse takken. Beide bomen zijn behoren tot de familie van de ficus. De banyan-boom (ficus benghalensus) heeft luchtwortels die vanuit de grote takken terug in de richting van de aarde groeien en wortel schieten. Daardoor stelt de boom het eeuwig leven voor. Voor de Hindi is het een heilige boom, de rustplaats van de hindu-god Krishna. De boom kan tot 30 meter hoog en breed worden. In Nepal, het land bij uitstek waar hindoeïsme en boeddhisme naast en door elkaar beleden worden, is de banyan boom steeds vergezeld van een bodhiboom of een peepol tree (ficus religiosa). Hoewel dit ook een ficus-achtige is, heeft de boom een andere bladstructuur. De bladeren van deze boom zijn dun en hartvormig, die van de banyan lederachtig en rond. De bodhiboom is heilig voor de boeddhisten, omdat hun stichter mediterend onder deze boom de verlichting bereikte. Samen zijn beide bomen ook een teken van vruchtbaarheid.


Als we aankomen in Mirlung, in het dorpje Tanahun, staan de kinderen van de Shree Saraswati Mandir Higher Secondary School in een erehaag op ons te wachten. We krijgen rhododendon- en passiebloemen, die hier de heuvels rood kleuren en een teken van welkom zijn. De ontvangst is hartelijk, zoals dat bij een prospectiebezoek het geval is, maar hier valt de authenticiteit en de puurheid ons sterk op. We hebben een goed gevoel bij de school om meerdere redenen. Het woord wordt niet alleen gevoerd door de dorpshoofden, maar ook door een welbespraakte jonge leerlinge, die ons in goed Engels te woord staat. De ambassadeur heeft de boodschap die hij kreeg, dat we niet met geld komen, maar indien mogelijk wel op gebied van lesgeven, het ontwikkelen en gebruiken van didactisch materiaal, een samenwerking op lange termijn kunnen opstarten, goed overgebracht. En die boodschap is hier ook zo begrepen. Voor de studenten is dit een interessant bezoek. Ze hebben nu alle fasen van de projecten ervaren: scholen waar we al lang mee samenwerken, scholen waar de samenwerking nog betrekkelijk recent is, en deze school die 1 van onze nieuwe projecten kan worden.



Na het zingen van het Nepalees volkslied demonstreren de kinderen hoe ze ‘s ochtends in formatie staan en enkele oefeningen doen voor ze naar de klas gaan. De leerkrachten, die voor een groot deel ook uit vrouwen bestaan, hebben duidelijk een goede band met elkaar en met de kinderen. De sfeer is hartelijk.

Uit de inhoud van de verschillende speeches blijkt dat de mensen hier fier zijn op hun dorp, de schoonheid van de natuur, hun cultuur. We krijgen een voorstelling van enkele Nepalese dansen, en speechen de stichter van de school, de pedagogisch begeleider en de leerkracht Engels.
Na een bezoek aan de klassen waarbij de studenten zich voorstellen en ook de leerlingen kort het woord nemen, eten we dal baath en bezoeken we de site waar 1 van de volledig ingestorte schoolgebouwen terug wordt opgebouwd.






De namiddagsessie is een overlegmoment met iedereen die betrokkenen is bij onderwijs in de ruime omgeving. Naast deze publieke school zijn er nl nog 29 andere kleinere scholen die door hetzelfde bestuur geleid worden. De pedagogisch begeleider, die vlot Engels spreekt en een klasgenoot is geweest van de ambassadeur, laat iedereen zichzelf voorstellen, en daarna geeft de leraar Engels een interessante uiteenzetting over de school, hun visie op onderwijs en hun toekomstplannen. Alles getuigt van een sterke gedrevenheid om ondanks het gebrek aan materiaal en middelen degelijk onderwijs te bieden. Daarna is het mijn beurt om uitleg te geven over onze projecten, een aantal realisaties in andere scholen te tonen, en te benadrukken dat een eventuele samenwerking inhoudt dat we inspelen op de noden en de vragen van de school en de gemeenschap, en dat onze studenten tijdens hun stage in de scholen minstens evenveel leren als de leerkrachten en de leerlingen zelf. Het is 1 van de eerste prospecties die we doen waarbij de vragen zo concreet zijn, en waarbij de schoolverantwoordelijken al vooraf zo goed zijn ingelicht over wat we doen.




Na de nodige groepsfoto’s en selfie-sessies kunnen we niet onmiddellijk de terugtocht aanvatten. We worden nog verwacht in de lagere school van de ambassadeur, een aantal dorpen verderop. Terwijl we naar de bestemming rijden zien we de kinderen naar huis stappen. Sommige zijn een uur onderweg.

In de lagere school Shree Rastriya Jaldevi Basic School in Ralanpur staan de kinderen ons op te wachten met bloemen. De school is al deels terug opgebouwd na de aardbeving. Met het overheidsgeld is een standaardgebouw opgetrokken, met bakstenen muren en golfplaten. De kinderen komen uit arme landbouwersgezinnen, de leerkrachten zijn evenredig vrouwen en mannen en de school wordt geleid door een vrouw. Hoewel we de armoede zien en voelen, is de sfeer kindvriendelijk, hartelijk en zijn we ook hier terecht gekomen bij een gemeenschap die waardigheid uitstraalt en met liefde praat over hun cultuur, natuur en dorp.




De weg naar huis is lang en lastig. De studenten zijn doodop en liggen in een kluwen over elkaar te slapen. Morgen gaat Janne weg, zij heeft nog 5 weken stage in België. We gaan haar missen.

Wie meer foto’s wil zien kan terecht op: https://goo.gl/photos/37S9CCj5LdpeLzT9A.
Woensdag 26 april: Voorbereiding lessen, moederdag en opkomende verkiezingen
Janne vertrekt met een zieke maag voor een tocht met de bus naar Pokhara. Later horen we dat de rit van 220 km 9 uren heeft geduurd, omdat er her en der files stonden op de smalle tweerichtings”highway”. Als ze aankomt blijkt haar vlucht van Turkish Airlines met een dag uitgesteld. Ze blijft een dagje langer in Andes House en maakt er gebruik van om naar Baktapur te gaan, 1 van de 3 voormalige koninkrijken van de Kathmandu-vallei.
Met de overgebleven studenten plannen we het stagerooster van de volgende weken en verdelen we de inhouden van hun workshops voor het lerarencongres. In de namiddag gaan ze naar het Tibetaans kamp om over hun voorbereidingen te overleggen met leerkrachten. Ze hebben nu elk een goed gevuld rooster. Ze leggen het traject naar het kamp met de fiets af. Na lang zoeken en stevig onderhandelen hebben 4 mountainbikes kunnen huren voor een redelijke prijs. Het zijn mooi ogende maar krakende en piepende fietsen, waarvan ik uit ervaring weet dat er nu en dan wel eens een zadel, pedaal of een stuk van het stuur zal afkraken.
Silke en Rani hebben ervoor gekozen om na de Janakalyan school, de rest van hun stage in Nepal House te doen, waar ze samenwerken met de leerkrachten en opvoeders van kinderen met een trauma. Ze werken daarnaast ook 1 dag per week bij de jongste kinderen van de Tibetaanse school.

In de straten van Pokhara duiken de tekenen op van de nakende lokale verkiezingen van 15 mei. Er zijn honderden extra soldaten aangeworven om de orde te bewaren, en er hangen affiches uit met uitleg over hoe het stemmen gebeurt en over de meer dan 40 partijen. Elke partij, van communisten over maoïsten tot centrumpartijen hebben een specifiek en goed herkenbaar symbool, zodat ook mensen die niet kunnen lezen of schrijven hun stem kunnen uitbrengen. Er blijft nog steeds een hoog percentage analfabetisme in Nepal. Op een tweede affiche staat een oproep om niet te betogen of met de tegenpartij in de clinch te gaan. Dat durfde in het verleden wel eens te gebeuren. Basanta vertelde me dat er dit keer met een persoonsregistratie voor gezorgd wordt dat elke Nepalees maar 1 keer zijn of haar stem kan uitbrengen. Er komen zelfs buitenlandse waarnemers om te controleren of alles eerlijk verloopt.

Het is vandaag moederdag in Nepal. Ik ga langs bij Khem, Sushma en hun kinderen Adhiti en Suhana. We koken dal baath, rijst met linzensaus en lekkere groenten curry.

Donderdag 27 april: Social studies, English, Physical Education and Art
Uma en Zoë leggen met zicht op het meer de laatste hand aan hun voorbereiding, en vertrekken dan naar het kamp.

Olivier bespreekt zijn lessen en het voorstel dat hij heeft om naschoolse activiteiten te geven met de sportleraar. Ze kunnen het in die korte tijd al goed met elkaar vinden, merk ik.

Tegen de middag is iedereen aan de slag in de goed gevulde klaslokalen. De groepen zijn groter dan de voorbije jaren, met klassen tussen de 30 en de 42 kinderen. Uma geeft samen met de leerkracht Engels les. Zij is het al enkele jaren gewoon om met onze studenten in team les te geven, ze is op dat vlak een voortrekker in de school. Beide staan met een aanstekelijk enthousiasme voor de klas, en de leerlingen werken goed mee, behalve 2 jongens die blijkbaar nog moeten wakker worden…

De klassen zijn gemengd, dat is in Nepal en ook in het kamp overal het geval. Het leeftijdsverschil in de klas kan wel behoorlijk uiteenlopend zijn. Dat komt omdat sommige kinderen soms pas op latere leeftijd van de kampen in het hooggebergte, waar de scholing gering of bijna onbestaande is, naar het vluchtelingenkamp in de stad gestuurd worden om daar les te volgen. Deze kinderen verblijven in gemeenschapshuizen, met ongeveer 16 kinderen en 1 opvoedster of opvoeder. Sommigen gaan jaren niet meer terug naar huis. Het is voor hen moeilijk om in te stappen in het schoolleven. Ze zijn de gang van zaken niet gewoon, en moeten les volgen in het Engels, een taal die ze niet kennen. De school probeert extra aandacht te besteden aan deze jongeren en jonge kinderen, door ze een oudere leerling als buddy te geven.


Sien geeft social studies. Dat is hier een verzameling van maatschappijleer, met daarbij ook aardrijkskunde, geschiedenis en biologie. Ondanks de grote groep zijn de kinderen aandachtig. Ze noteren in een schrift alles wat Sien op het bord schrijft. Het is in Nepal de gewoonte dat de leerkrachten de nota’s van de leerlingen dagelijks verbeteren. Dat neemt een groot deel van hun tijd in beslag, tot wel 2 uren per dag. Ook dit jaar gaan we verder proberen om via andere werkvormen de leerlingen zelf meer verantwoordelijkheid te geven over de juistheid van hun nota’s en overleggen we met de leerkrachten hoe ze op een efficiëntere manier de nota’s kunnen (laten) verbeteren. Het overleg hierover moet ook op hoger niveau gebeuren, met het schoolmanagement, met de kampleiding en met de ouderraad.



Vrijdag 28 april – zaterdag 29 april: weekend
Het weekend start in Nepal op vrijdagmiddag. De scholen sluiten dan voor anderhalve dag. Het is een heel warme dag. De kinderen spelen langs het meer of zoeken net als enkele van onze studenten na schooltijd afkoeling in het water. Ook de buffels nemen een duik, ze kunnen verrassend lange afstanden zwemmen.
De velden en het gangpad langs het water zien er veel netter dan de voorbije jaren. Elke ochtend rond 6 u kuisen een groep kinderen samen met vrijwilligers het rondslingerend afval op.




Voor veel jongeren betekent het weekend geen speeltijd. Ze helpen hun ouders in het huishouden of op het veld. Ze doen de was aan de oever van het meer of op de kleine koertjes aan hun huizen en tappen aan openbare kraantjes flessen en kruiken vol om hun gezin van een voorraad drinkwater te voorzien. Voor toeristen zijn dat mooie taferelen om foto’s van te maken, voor de mensen zelf is het harde realiteit. Een voorraad al dan niet drinkbaar water ter beschikking hebben is hier niet evident. Telkens als de regen een tijdje uitblijft zie je de eigenaars van de kleine guesthouses en lodges met een bang hart hun waterreservoirs checken. Ze kunnen het niet maken dat de toeristen zonder water vallen. Als er onvoldoende voorraad overblijft moeten ze water kopen en laten leveren met een tankwagen. Wie het geluk heeft dichtbij 1 van de schaarse leidingen te wonen, kan tegen betaling een afgesproken aantal liter water aftappen van het openbare net. Dat alles kost hen een smak geld. Wij westerlingen springen ook in Nepal slordig om met het kostbare (drink)water. We zijn gewoon dat het zomaar uit een kraan loopt en denken er niet bij na hoeveel moeite er gedaan wordt om ons de luxe te geven die we zo vanzelfsprekend vinden.



Het meer kleurt ‘s avonds bij de zonsondergang goud. Elke dag gaat de zon hier tegen 19 u onder, het wordt dan snel pikdonker.

Ook op zaterdag is het warm. De temperaturen lopen tegen de middag op tot boven 37 graden. Tegen 14 u begint het te waaien, en een half uur later lijkt het alsof het nacht is. Het is helemaal donker. Een hevig en uren durend onweer zet de straten blank. De moesson toont zijn kracht. De waterreservoirs zullen goed gevuld zijn voor de volgende dagen. Even plots als het opkwam, verdwijnt het onweer opnieuw.


Voor de mensen in de dorpen, die 2 jaar na de aardbeving nog steeds geen huis hebben, moet het een vreselijke gedachte zijn dat de moesson eraan komt. Via deze link kan je een artikel lezen (NepaliTimes) over de problemen met de heropbouw. Het geld dat de overheid ter beschikking stelt is nog maar gedeeltelijk en zeer laat overhandigd. Daardoor hebben vooral armere mensen en mensen van lage kasten zich diep in de schulden gestoken om toch met de heropbouw te kunnen beginnen. Ze betalen hoge interesten aan hun geldschieters. De bedragen die nodig zijn voor het bouwen van aardbevingsbestendige huizen zijn bovendien veel hoger dan wat de overheid betaalt. Dat komt vooral omdat transport van materiaal naar rurale gebieden zeer moeilijk verloopt en heel veel geld kost. Wij hebben dat zelf ook al meermaals ondervonden. Van de meer dan 600000 huizen die totaal vernield zijn, en de ongeveer 285000 gedeeltelijk vernielde huizen (schatting overheid, bron NepaliTimes 29/4/17) zijn op vandaag amper 18315 huizen heropgebouwd en 34732 in aanbouw met het door de overheid beloofde geld. Ik hoopte eerst nog dat er bij het aantal vernielde en beschadigde huizen telkens een 0 teveel stond, naar een tweede bron bevestigt de cijfers.
Zondag 30 april: Nepal House en dansles
In Nepal House zijn de lessen en de therapiesessies gestart. Rani en Silke volgen vandaag de lessen mee. De kinderen zitten van kleuter- tot lagere schoolleeftijd in eenzelfde groep. Sommige maken zelfstandig opdrachten, anderen leren hun eerste cijfers en letters schrijven, en de kleinsten kruipen dicht tegen de studenten aan. Eentje laat Silke niet meer los. Het gaat er gemoedelijk aan toe in de klas, die begeleid wordt door meerdere leerkrachten. De sfeer is rustig. De kinderen werken op de grond, enkele zitten aan een tafel. Voor Rani en Silke is een een geheel andere omgeving om stage te lopen dan ze gewoon waren in de Janakalyan school. Hier stellen de leerkrachten en opvoedsters gerichte vragen over wat ze van de studenten verwachten. Tijdens de bespreking van het vervolg van hun stage met Basanta stelt hij voor om de studenten na verloop van tijd ook enkele therapiesessies te laten meevolgen. Dat geeft blijk van het grote vertrouwen dat hij in hen heeft.



Op de weg terug van de school naar Lakeside spreekt een oude vrouw me aan. Ze is de grootmoeder is van 1 van de kinderen in Nepal House. Ze wil graag op de foto.

In het Tibetaans vluchtelingenkamp klinkt er muziek op het voetbalveld. Naast hun lessen in de verschillende klassen, geven de studenten ook dansles. In 2007, toen de stage bij de Tibetanen voor het eerst doorging, vroegen de kinderen om tijdens de speeltijd moderne dans te leren. Ze kennen enkel de traditionele Tibetaanse dansen, die ze leerden tijdens de les Tibetaanse cultuur, maar ze wilden daarnaast ook met moderne muziek aan de slag. Er was op dat moment een studente mee die heel goed kon dansen, en tegen het einde van de stageperiode kende de hele school alle pasjes . Het was een prachtig zicht om de honderden kinderen simultaan te zien dansen, met daartussen de studenten en zelfs enkele leerkrachten. Sindsdien is een jaarlijkse traditie geworden. Dit keer heeft Rani de choreografie bedacht, en hebben de studenten op het dak bij Khem geoefend tot ze alle pasjes onder de knie hebben. 
Een tweede, iets minder succesvolle traditie, gaat dit jaar op 5 mei door. Dan is er de voetbalmatch België-Tibet. Al zijn onze tegenspelers een kop kleiner, en bestaat de ploeg minstens voor de helft uit meisjes, toch hebben we nog geen enkele keer kunnen winnen. Olivier heeft bovendien voorgesteld om naschoolse voetbaltraining te geven aan kinderen die daar zin in hebben, een leuk idee, maar onze kansen om eindelijk eens te winnen worden er vermoedelijk niet groter door.

Maandag 1 mei: Labour day
Ook in Nepal is 1 mei de dag van de arbeid. De scholen zijn dicht, de studenten verdelen hun tijd over het voorbereiden van hun workshops voor het congres, een verfrissende zwempartij in het meer en een iets minder succesvolle poging om hun visum online te verlengen. Dat moet deels online gebeuren, waarna ze alle digitaal ingevulde documenten moeten laten afdrukken om ze dan in het officiële kantoor af te geven. Afhankelijk van het aantal dagen van de verlenging is de kostprijs tussen de 20 en de 50 Euro. Het digitaliseren van een visumverlenging past in het rijtje van initiatieven van de overheid om toerisme vooruit te helpen. Echt goed werkt het blijkbaar toch nog niet.
Op deze vrije dag is de politiek, in de aanloop naar de verkiezingen, luidruchtig aanwezig in de staten. Op 14 mei gaan voor 3 van de 7 provincies in Nepal lokale verkiezingen door. Alleen al in deze 3 provincies zijn er 34 districten waarbinnen 13556 zetels verdeeld moeten worden over 283 lokale besturen. De partijen promoten hun kandidaten met luidruchtige stoeten van tractoren, auto’s , motors en bussen met (soms maar een paar) joelende mensen aan boord die met vlagjes zwaaien. De kranten staan vol met verhalen over het mank lopen van de organisatie. Het blijkt niet evident te zijn om alle namen van de kandidaten binnen de deadline op te lijsten en door te sturen naar de centrale administratie in Kathmandu. Met amper 11 dagen te gaan is nog steeds niet alle informatie binnen. Voor het volledige land zijn er 2 kiesdata voorzien. Naast 14 mei voor de eerste 3 provincies, is de verkiezing voor de overige 4 op 14 juni. De reden van de spreiding is volgens sommigen louter organisatorisch, terwijl anderen beweren dat het huidige bestuur haar ambtstermijn probeert te rekken tot de begroting voor dit jaar vastligt In totaal zijn er volgens de Kathmandupost 4.956.925 stemgerechtigden en 6.642 kiescentra. Stemmen is in Nepal niet verplicht. Er is stemrecht vanaf 18 jaar, enkel voor Nepalese burgers. De Tibetanen, die hier al sinds 1965 wonen, mogen geen stem uitbrengen.
Dinsdag 2 mei: De droom van de Tibetanen
Eén van de bijzondere bijkomende ervaringen van de stage in Nepal, is de confrontatie met de vluchtelingenproblematiek. Door de huidige ontwikkelingen in het westen, kijken de studenten bewuster naar de situatie van de Tibetanen. Het besef dat mensen na meer dan 50 jaar nog steeds als vluchtelingen in een kamp leven, in een land dat hen zo gastvrij mogelijk probeert op te vangen, maar waar ze vreemden blijven, is confronterend. Ook de kinderen dragen dat mee. Hun tekeningen voor het droomproject zijn veel ernstiger dan die van onze Vlaamse jeugd. Ze willen dokter worden, verpleegster, gelukkig zijn, een huis eigen hebben, alle mensen met een glimlach zien, onderwijs mogelijk maken voor iedereen. Eentje wil gewoon een scherper voor zijn potloden. En dan is er één sloeber tussen die bier wil leren drinken als hij groot is.
Zoë en Sien zijn vandaag de droombegeleiders van dienst. Alle kinderen stellen zichzelf voor, en gaan dan aan de slag. Ze tekenen mooi, gommen, kleuren, spieken soms eens bij hun buur en hebben elk hun eigen verhaal bij wat ze tekenen. De mooiste daarvan gaat Zoë opschrijven om er later mee aan de slag te gaan.



Woensdag 3 mei: Loterij en verkiezingen
De dag begint met een hele reeks telefoontjes. Het onderwerp van het congres over digital and social media literacy slaat zo aan dat er blijven aanvragen binnenkomen voor extra deelnemers. Voor het eerst zullen aan het congres dat in de high school van de Tibetanen doorgaat ook Nepalezen deelnemen die niet aan de school verbonden zijn. Dat is een primeur en het is voor de Tibetanen een doorbraak, een soort van erkenning. Basanta van Nepal House zal ook deelnemen. We moeten hard doorwerken, want pas deze ochtend vernamen we dat het congres met een dag vervroegd wordt. De reden is dat de Nepalese overheid beslist heeft dat de scholen omwille van de verkiezingen vanaf maandag voor een week sluiten, zodat iedereen de kans krijgt om in zijn of haar dorp te gaan stemmen. Vermoedelijk is de achterliggende reden dat er toch chaos zal zijn omwille van de vele optochten in de straten, en dat men dan liever heeft dat de kinderen bij hun ouders zijn. Ook het leger bereidt zich voor.



In de plaats van volgende week gewoon les te geven, zullen de studenten naschoolse activiteiten organiseren voor de Tibetaanse kinderen, die noodgedwongen ook geen school hebben.
Vandaag is voor veel Nepalezen om een geheel andere reden een spannende dag. Zij hebben deelgenomen aan de Diversity Visa Lottery van de VS en kunnen vanaf vandaag voor het eerst online bekijken of ze nog steeds in de running zijn. Het is een systeem dat voor ons heel vreemd is, en waar we weinig van afweten, maar voor de Nepalezen die dromen van een toekomst overseas, is het van levensbelang. Deze loterij wordt georganiseerd door de VS, via hun ambassade. Jongeren met een hogeschool diploma en een goeie kennis Engels kunnen eraan deelnemen door online een applicatie in te vullen. Tweejaarlijks verloot de VS 50000 visa onder de ingediende aanvragen, indien deze door een eerste selectieronde geraakt zijn. Er zijn strikte voorwaarden over nationaliteit, leeftijd, diploma, talenkennis en motivatie. Erna volgt een interview-ronde. Wie geluk heeft, krijgt een permanente verblijfsvergunning voor de VS. Ook Sunia, een meisje dat vanuit een bergdorpje naar de stad is gekomen om hier te studeren, ondertussen getrouwd is en het huishouden doet voor haar man en haar schoonfamilie, heeft een applicatieformulier ingevuld. Ze is 24, heeft een bachelor gehaald in India, en zou zonder schroom uit haar gearrangeerd huwelijk stappen en haar schoonfamilie achter zich laten, om een toekomst op te bouwen in de VS. Ondanks het feit dat ze weet dat het een loterij is, voelt het feit dat ze een applicatiebevestiging heeft gekregen, voor haar aan alsof ze al bijna klaar staat om te vertrekken. Ze toont me een verfrommelde print, die ze al zo vaak bekeek dat de inkt ervan door elkaar begint te lopen.
In de krant staan waarschuwingen voor bedrog in verband met de loterij. Er doen mails de ronde waarin kandidaten de melding krijgen dat ze gewonnen hebben, en 800 dollar moeten betalen om naar de volgende ronde te kunnen.

Voor Sunia (rechts op de foto) en veel van haar vrienden is het alsof er maar 1 toekomst is, en dat is winnen met deze loterij. Ze zegt dat bijna iedereen van haar hogeschool een applicatie heeft ingediend. Nepal maakt deel uit van de landen die mogen deelnemen, een hele reeks andere landen waaronder Bangladesh, Brazil, Canada, China (mainland-born), Colombia, Dominican Republic, El Salvador, Haiti, India, Jamaica, Mexico, Nigeria, Pakistan, Peru, Philippines, South Korea, United Kingdom (except Northern Ireland) and its dependent territories, and Vietnam zijn uitgesloten voor deze loting omdat de visa in de voorbije 5 jaren aan hun inwoners werden toegekend. In de eerste ronde gaan een pak meer dan het toegelaten aantal kandidaten door. Dat komt omdat er gedurende de verdere procedure nog veel afvallers zijn. Maar eens het magische getal van 50000 bereikt is, een aantal dat voor alle landen die mogen deelnemen samen geldt, kan er niemand meer bij.
Donderdag 4 mei: Laptopklas
De lessen gaan vlot, de kinderen kunnen het goed vinden met hun “gorra” of witte leerkrachten. Het is niet evident voor de studenten om de namen van hun leerlingen te leren kennen. Kinderen hebben vaak dezelfde naam. In de Tibetaanse cultuur wordt de voornaam gegeven door een lama, die er meestal zijn eigen naam als tweede aan toevoegt. Er is niet altijd een onderscheid tussen namen voor jongens en meisjes, die worden door elkaar gebruikt. De namen zijn Tibetaanse woorden, waarvan iedereen de betekenis kent. Dolma is bv redster, Namkha betekent ruim, zoals de hemel en Rinpoche is de waardevolle. Normaal gebruiken de Tibetanen enkel hun voornaam, maar in gebieden waar ze zich vestigden na hun vlucht gebruiken ze meestal ook hun familienaam.

Ik loop nog even binnen in de ict-klas, waar ondertussen de 3 nieuwe laptops in gebruik genomen zijn. De leraar laat me “onze computerklas” zien, vertelt hoe hij ze in orde houdt, en toont het logboek met de herstellingen en aanpassingen die hij in de loop van de jaren deed. In de klas hangen de groepsfoto’s op van alle studenten die in de voorbije 10 jaren stage liepen in de school.


Vrijdag 5 mei: België-Tibet
De kinderen zingen in witte schooluniformen het Tibetaanse en het Nepalese volkslied bij aanvang van de schooldag. Omdat het vrijdag-wasdag is, hebben ze allemaal hun normale pakjes geruild voor de witte outfit.



Een groep jongens en meisjes verdwijnt tegen het eind van de ochtendceremonie naar een klaslokaal en komen wat later weer buiten met een volledige voetbaloutfit aan. Het is Tibet-België vandaag, de jaarlijkse voetbalmatch. Om de Belgen te versterken zijn er enkele Tibetaanse voetballertjes die vandaag onze eer mee zullen verdedigen. Het zal nodig zijn, want ze staan tegenover een goeie voetbalploeg. Het terrein, met op de achtergrond de Himalaya die zich vandaag in al zijn pracht laat zien, ligt er spekglad bij na de hevige regen van gisterenavond.
Voor de groepsfoto proberen we er strijdvaardig uit te zien, terwijl de hele school onder paraplu’s verscholen tegen de warme zonnestralen, klaar zit om zowel voor ons als voor hun eigen voetbalploeg te supporteren.


De match lijkt niet echt gelijk op te gaan, onze ploeg wordt letterlijk van het terrein gespeeld. De eerste goal van de Tibetanen blijft niet lang uit.


Na de pauze, met al behoorlijk oververhitte gezichten aan onze kant, zit er vuur in de ploeg, en gaat de score gelijk op tot er uiteindelijk afgefloten wordt op 3-3. We hebben nog nooit kunnen winnen…


Na de match begint het weekend, zoals dat altijd het geval is op vrijdagmiddag. Alleen duurt het dit keer geen anderhalve dag, maar een volledige week. De kinderen, de leerkrachten en de directie vinden het jammer dat de start van het schooljaar plots wordt onderbroken omwille van de nakende verkiezingen, en dit voor zo’n lange periode. We spreken af dat we op de dag na het congres starten met het buitenschools programma dat de studenten gaan voorbereiden.
Zaterdag 8 en Zondag 9 mei: congres
We werken de hele zaterdag verder aan de voorbereidingen van het congres en laden alle materiaal vroeg ‘s ochtends in de taxi’s van Ramesh. In de gebouwen van het hoger secundair van de Tibetaanse school staat alles klaar. De banner met de titel van het congres hangt in de grote aula op aan de gordijnen op het podium, de beamer staat klaar, de rode plastieken stoelen, een micro. In de gang hangt de lijst op met de namen van de deelnemers. Er zijn leerkrachten, schooldirecties, educatieve medewerkers, vertegenwoordigers van de Tibetaanse gemeenschap, kampleiders en een geestelijke leider. De inleidende speeches zijn dit jaar op onze vraag erg kort gehouden, omdat we de dag zo goed mogelijk willen benutten om de inhouden aan te brengen. De lezing over digitale en sociale media geletterdheid wordt goed onthaald, en in de tea-break ontstaan boeiende discussies.


De jonge directeur van de secundaire school, Phurbu, oudstudent van de school die door de Tibetaanse leiding naar de VS is gestuurd om daar economie en antropologie te studeren, komt wat later aan. Hij was deze ochtend nog in Kathmandu na een week vergaderen met de mensen van SOS kinderdorpen, en wou de eerste vlucht naar Pokhara nemen, maar die had zoals wel vaker gebeurt vertraging. Ik overloop met hem tijdens de middagpauze het eerste deel van de lezing. We bekijken de mogelijkheden om het congres volgend jaar ook in andere SOS-scholen te organiseren, of meer mensen naar Pokhara te halen tijdens dit congres.

Tijdens de voormiddag zijn de studenten aan de slag met de tieners die in het internaat van de secundaire school verblijven. Ze bieden verschillende workshops aan: mode, rappen, inclusie, sport en dans. Vorig jaar was het niet evident om de jongeren op een vakantiedag te motiveren om mee te werken, dit jaar loopt het heel goed. Ik blijf van de ene verwondering in de andere vallen met deze groep. Hun creativiteit en de degelijkheid waarmee ze alles wat ze doen voorbereiden werpt vruchten af. Straks moeten ze met de leerkrachten aan de slag. Ze werken dit jaar rond STEAM, met taal(spelen), met lego en met ict (stop-motion). Het is afwachten of de inhouden zullen aanslaan bij de leerkrachten.


Na de voormiddagsessies en de lezing worden we in de eetzaal verwacht. Daar staan de meest heerlijke Tibetaanse gerechten voor ons klaar, met bij elk gerecht ook een kaartje waarop uitleg staat. We eten gestoomd brood, kip, pikante pickels, curry schotels en een lekker dessert. De sfeer is opperbest, de studenten en de leerkrachten kunnen het goed met elkaar vinden en er wordt heel wat over en weer gepraat en gelachen.
De workshops van de namiddag zijn een groot succes. Die met de lego’s start wat stroef, omdat de leerkrachten dit materiaal niet gewoon zijn, en zich afvragen wat ze met dat “speelgoed” moeten doen. Dat is vooral zo voor de leerkrachten fysica en wiskunde die lesgeven in het hoger secundair. De studenten leggen in het eerste deel van hun workshop uit wat STEAM is en hoe vakoverschrijdend de interesse voor science, technology, engeneering, art en math kan gestimuleerd worden. Ze koppelen dit elk aan het materiaal van hun workshop, lego (Silke en Uma), taalspelen (Zoë en Olivier), maken van animatiefilmpjes met een stop-motion app op tablet of smartphone (Rani en Sien).
In de lego-groep gebeurt nadat de leerkrachten elk aan de slag gaan met materiaal dat overeenstemt met de leeftijd van de kinderen waar ze les aan geven, iets heel bijzonders. Voor de leerkrachten van de lagere en de kleuterschool viel het materiaal al vanaf de start van de workshop in de smaak. Voor de eerst zo sceptische fysica en wiskunde leerkrachten is het materiaal eens ze ermee aan de slag gaan, zo aantrekkelijk dat ze zelfs na veel aandringen de tea break overslaan om verder te werken. Ze zien ineens tal van mogelijkheden voor hun lessen, vinden het een hele uitdaging om de plannen goed te lezen, willen meer. Uma en Rani hebben er een hele klus aan om hen te helpen, maar hoe langer ze aan de slag zijn, hoe vlotter het gaat.
In de groep van Sien en Rani, die met stop-motion aan de slag zijn, werken de leerkrachten over de scholen en vakken heen samen om animaties te maken. Rinzin, de toffe leerkracht van het eerste leerjaar, ziet mogelijkheden om de animaties te gebruiken om haar leerlingen te motiveren bij het lezen.
In de groep van de taalspelletjes amuseren Zoë en Olivier zich met de competitief ingestelde leerkrachten, die elkaar proberen te overtroeven. Ze gaan de spelen gebruiken om woordenschat Engels bij te brengen, en misschien ook een schoolcompetitie Scrabble of een ander spel op te starten. Volgend jaar moeten we zeker meer van dit materiaal meebrengen.







Tijdens de slotceremonie komt van elke groep 1 leerkracht naar voor om uit te leggen wat er in zijn of haar workshop gebeurde. We krijgen allen waterige ogen als de fysicaleraar, met in zijn handen het kleine stukje lego-technic dat hij al heeft in elkaar gepuzzeld, verteld hoe kritisch hij aanvankelijk was over de workshop, en hoeveel mogelijkheden hij, eens hij bezig was met bouwen, zag voor zijn leerlingen.

Tot slot kregen alle studenten dankbetuigingen en een mooi geschenk. In de dining hall, bij lekker zoet Tibetaans brood en warme gerechten, werd druk nagepraat over de dag. We keerden met een voldaan en tevreden gevoel met de schoolbus terug naar Lakeside.
Maandag 8 mei: Verrassende ontmoeting in het Tibetaans kamp
Vandaag start de onverwachte vakantieweek voor de Tibetaanse en Nepalese kinderen, een gevolg van de verkiezingen van 14/5. Schooldirecteur Kunden heeft ons voorstel om activiteiten te voorzien voor de kinderen die niet van het internaat naar huis kunnen omdat hun ouders te veraf wonen, of die in het kamp zelf wonen met een familielid of met hun gezin, voorgelegd aan de kampdirecteur. We mogen aan de slag. Als we vertrekken regent het hard, de straten staan blank. Het wordt geen evidente fietsrit voor Olivier en Uma, die het er toch op gewaagd hebben om naar het kamp te fietsen. Sien, Zoë en ikzelf gaan met Ramesh, onze taxidriver. Zijn auto is 20 jaar oud, en zoals wel vaker hier heeft hij geen contactsleutel, maar start hij de motor met een knopje dat verbonden is met draadjes en dat er hetzelfde uitziet als hetgeen wij gebruiken om een lamp aan te knippen.
De kinderen komen in trosjes aan, ingepakt in lange plastieken poncho’s die hen tegen de striemende regen moeten beschermen.
Algauw zijn het er meer dan 100, van kleuter- tot tienerleeftijd. De enige plaats waar we hen allemaal in het droge kunnen samenbrengen is op het podium onder een afdak. Maar dat is veel te klein voor de massa kinderen. Sien en Zoë, allebei met ervaring in de jeugdbeweging, krijgen de hele bende stil en spelen een aantal groepsspelletjes.
Normaal wordt de groep kinderen in 4 verdeeld, volgens hun leeftijd en hun interesse in de verschillende workshops, maar zolang Oliver en Uma er nog niet zijn, is het letterlijk dweilen met de kraan open. Ze laten weten dat ze staan te schuilen onder een boom tot de regen ophoudt. Wat later komen ze verzopen toe, en vliegen er onmiddellijk in. De kinderen beleven een leuke tijd, veel beter dan thuis voor tv te zitten of doelloos rond te hangen in het kamp. Dat vertelt een jonge man me, die alles al de hele tijd vanop een afstand staat te bekijken. Hij blijkt de nieuwe kampoverste te zijn. Het verschil met de vorige overste, die geen Engels sprak en waarmee het niet evident was om te communiceren, is groot. Kunden roept ons binnen in zijn bureau, en er al gauw val ik van de ene verrassing in de andere. De voorbije 10 jaren was het voor ons enkel mogelijk om in de school te werken, de oude kampoverste vond wat we deden wel interessant, maar de vraag om ook te mogen werken met de allerkleinsten, naschoolse activiteiten te voorzien in het internaat of de studenten te laten verblijven bij gezinnen in het kamp, botste steevast op een njet. Tot nu, als de vraag spontaan van deze nieuwe kampoverste zelf komt. Hij heeft positieve reacties gehoord van de opvoedsters, die ook deelnamen aan het congres, hij kent onze stageprogramma’s omdat hij zelf als leerling nog les had gekregen van onze studenten, en hij voelt ook aan dat het voor de studenten interessant zou zijn om bij Tibetaanse gezinnen en niet enkel bij Nepalese gezinnen te verblijven. Voor dit jaar kan het allemaal niet meer geregeld worden, omdat de stage van de meeste studenten er bijna opzit, maar volgend jaar kan het wel. Het zal de stage nog een extra dimensie geven. Ik neem afscheid met de belofte om voldoende lang op voorhand te laten weten welke studenten er volgend jaar aan de stage deelnemen. Want georganiseerd als we hier zijn, willen ze op voorhand kunnen beginnen met de organisatie.

Silke en Rani zijn vandaag bij Nepal house aan de slag. Ze maken kennis met de therapeuten, leren nog meer over de werking, wisselen ideeën uit. Als we ‘s avonds nog een laatste keer samen eten voor ik naar Kathmandu vertrek, vertelt iedereen met veel enthousiasme over de voorbije dag. Ook met gesloten scholen kan de stage een boeiende invulling krijgen. Het is niet evident geweest om alles georganiseerd te krijgen, maar het slagen van deze buitenschoolse activiteiten is toch vooral te danken aan de gedrevenheid van de studenten zelf.
Dinsdag 9 mei: Puin, smog en de symboliek van de politiek
Ondanks de druiligere ochtend komt het kleine vliegtuigje van Yeti Airlines met maar iets meer dan een uur vertraging vanuit Kathmandu aan en kunnen we aan boord. Het verschil tussen een trip van 7 tot 9 uren rijden, en een “bumpy” vlucht van een half uurtje. De crew is volledig vrouwelijk. Vorig jaar was dat nog voorpaginanieuws in de Kathmandu Post, ondertussen zijn er meerdere vrouwen piloot bij de verschillende lokale maatschappijen.
Kathmandu, 1 van de meest vervuilde steden ter wereld, kreunt onder het ochtendverkeer. De rit van de luchthaven naar het hotel, amper 7 km volgend de taxichauffeur, duurt bijna 2 uren. De uitlaatgassen van de auto’s, tuktuks en de vele motors vormen samen met het stof van het puin dat nog her en der in de stad wacht om opgeruimd te worden, de graafwerken voor de heropbouw een smog die de stad onderdompelt in een ongezonde mist. Veel mensen dragen mondmaskers. De kleine bedelaartjes, die tussen het chaotische verkeer laveren met vlagjes van de verkiezingen en doen alsof ze het verkeer regelen, hebben volgens mij allemaal pikzwarte longen.

De overheid wil auto’s die ouder dan 20 jaar zijn uit de stad bannen, maar ik vraag me af hoe ze dan in hemelsnaam gaan realiseren en wat er dan met die arme taxichauffeurs moet gebeuren die een lening tegen woekerrente hebben aangegaan om hun schamele auto’s te kopen. Ik heb het erover met de man die me naar het hotel brengt. Hij rijdt enorm slecht, moet verschillende keren de weg vragen (zeer ongebruikelijk is dat). Een beetje argwanend vraag ik hem hoelang hij al met de auto rijdt. Nog maar pas, zegt hij terwijl hij nog maar eens bijna een tegenligger aanrijdt. Hij is veertien, vertelt hij erbij. Hij heeft de auto in bruikleen van een vriend die enkele dagen naar zijn familie is voor de nakende verjaardag van Boeddha. Ik zeg dat hij beter nog wat oefent voor hij nog eens de baan op gaat, en dat hij best zijn drivers license probeert te halen. Hij antwoordt gedwee “yes m’am”‘, maar denkt er het zijne van.
Ik kan de afspraken die ik heb met enkele potentiële stagepartners tijdig afwerken, en besluit om nog naar Patan te gaan, 1 van de 3 koninkrijkjes van de Kathamdu-vallei.

Het is een van de mooiste plekken die ik ken, en ik kwam er na de aardbeving niet meer in de voorbije jaren. Ik weet dat de site, met prachtige oude tempels (de foto-collage hierboven maakte ik in de jaren voor de aardbeving) erg veel schade heeft opgelopen, maar wat ik aantref als ik er aankom tart alle verbeelding. Amper 2 van de tientallen tempels staan in de steigers, de rest ligt nog volledig verwoest in puin. Wie van slechte wil is kan de eeuwenoude houten balken, met prachtig houtsnijwerk, de gebakken stenen met mooie motieven, de oude bouwstenen van de tempels zo meenemen. Ik durf er niet aan denken hoeveel hier al verdwenen is. Ik begrijp niet waarom het hier zo rampzalig is en vraag uitleg aan een man die ik er de voorbije jaren vaak heb zien gidsen. Hij vertelt dat de vergunning voor de heropbouw, waarvoor alle gelden voorradig zijn, gegeven is aan een bouwonderneming die geen enkele ervaring heeft met het restaureren van oude tempels. Toen de werken van start gingen, zagen de inwoners van Patan tot hun ontzetting dat er geen rekening gehouden werd met oorspronkelijke plannen, materialen, oriëntatie enz. Ze hebben zich met alle macht verzet tegen de verdere opbouw op deze ondoordachte manier, en daarom liggen de werken stil. Ik zie bloembakken, gemaakt met stenen van de tempels, huizen die gestut worden en toch tot op de bovenste verdieping bewoond zijn, mensen die leven op puin. De hele hetse vormt een belangrijk thema van de lokale verkiezingen hier. De straten liggen vol met afgeknapte electriciteitskabels, die dan heel slordig terug aan elkaar gezet worden.
Er zijn ondanks de dramatische toestand van de stad, toch altijd mensen die wat kleur geven aan hun huis, of die met de prachtige sari’s en kurta’s die ze dragen, zelf zorgen dat er tussen het puin veel schoonheid te zien is.



Meer nog dan in de andere dorpen en steden hangt Patan vol verkiezingsaffiches. Elk van de vele partijen, die aanleunen bij het centrum, bij de maoïsten of bij de communisten, hebben naast het symbool van hun “moederpartij” ook nog een symbool gekozen dat weergeeft waar ze voor staan. De collage hieronder spreekt voor zich.
Het is donker als ik terug in Kathmandu ben. Ik sluit mijn verblijf af met een overleg met Michael van CEPP, tijdens een diner met een lekkere dal baath. De stage is goed verlopen, maar op een aantal vlakken moet er van beide kanten wat bijgeschaafd worden. Michael heeft ook een lijst met voorstellen mee voor de inhouden van de teachertraining die we volgend jaar in Kathmandu zullen geven. Het is leuk dat de vragen meer en meer van onze partners zelf komen, en dat ze vragen durven stellen, opmerkingen durven formuleren. Dat is hier in Nepal niet evident. 
Morgen is Boeddha jarig. Dat staat ook in de Standaard, met een artikel waarin verteld wordt dat zijn geboortestad, Lumbini, in de Terai (laagste regio van Nepal, dichtbij India) gebukt gaat onder de vervuiling. Via deze link kan je het artikel lezen: hip hip Boeddha.


Leave a comment