Het Nepal van 2018 vindt stilaan een nieuwe identiteit. De aardbeving van 2015 heeft het land letterlijk dooreengeschud. Terwijl de opbouw traag vordert en de bevolking voor dilemma's plaatst, is ook op politiek vlak een aardverschuiving gebeurd. Er is met veel moeite en na een lang proces een nieuwe grondwet geïnstalleerd. Er waren ook lokale verkiezingen. Daarin stelden zich veel leerkrachten kandidaat, volgens de Kathmandu Post leidde dit zelfs tot een leegloop in de scholen. Ook vrouwen waagden hun kans om op te komen voor de lokale verkiezingen van 15 mei 2017. De eerste vrouwelijke prime minister heeft hen daar vermoedelijk geïnspireerd om ook hun plaats op het politieke toneel op te eisen. Het land lijkt recht te krabbelen, maar de heropbouw en de restauratie van de gebouwen die door de aardbeving zijn ingestort of beschadigd, gaat ook na 3 jaar nog steeds tergend traag en botst op veel hindernissen. De Nepali hopen op geld van de overheid, uit de vele fondsen gestort door het westen na de aardbeving. Een meer directe bron van inkomsten is het voluntourism. Een deel van de toeristen die Nepal bezoeken, willen als vrijwilliger aan de slag. Er zijn reisorganisaties die daarop inspelen en een pakket van trekking en vrijwilligerswerk aanbieden. De laatste jaren rijzen de weeshuizen in de buurt van toeristische bezienswaardigheden uit de grond, met als gevolg dat volgens Unicef het aantal weeshuizen drastisch stijgt, terwijl het aantal weeskinderen daalt. Scholen nodigen westers uitziende toeristen uit om les te komen geven en een bijdrage te doneren voor een sponsorkind, materiaal, speelgoed. De kinderen en de leerkrachten van vooral lagere en kleuterscholen zijn dit stilaan beu. Ze hebben niets aan toeristen die geen opleiding in onderwijs genoten, voor even de klas overnemen, wat geld geven dat niet terecht komt bij degene die het echt nodig hebben, en dan weer met de noorderzon verdwijnen. De stage die de studenten van de Arteveldehogeschool in het kader van hun opleiding in Nepal doen, gaat door bij partners en scholen die hen niet als voluteers maar als interns beschouwen. De partners daarvan bewust maken, is een proces, dat in sommige scholen vlot gaat, in andere telkens weer moet herhaald worden. Dankzij het jarenlang samenwerken met dezelfde partners, en ook dankzij het feit dat de studenten voor een lange periode aan dezelfde school verbonden zijn, ontstaat er traag maar zeker een win/win voor beiden. De stappen die gezet worden zijn klein, studenten hebben daar soms wat moeite mee, maar de energie, het doorzettingsvermogen en de open manier waarop de meesten van hen zich door hun stage worstelen, maakt indruk op hun Nepalese collega’s en op hun stagebegeleiders. Ook het leven in de gastgezinnen leert hen met een open blik kijken naar de vreemde cultuur waarin ze terecht komen en naar hun eigen beleving.